Ed
Leeflang
Als
Paulus
Wij
kijken zonder hoop in wie dan ook,
de
kin nadert de romp steeds meer.
Het
naslagwerk in onze handen
leidt
af, zij leggen het haast neer.
Ons
voorhoofd fronst zich in het spottend licht,
wenkbrauwen
kwamen van het vorsen
tenslotte
tot hun hoogste standen.
In
ons gezicht versteent de wang,
oogranden
hebben zich verwijd;
het
wil niet staan naar hoon
en
niet naar stank, naar zelfverwijt.
En
het weerstaat de aanvechting daartoe.
Nu
zal het buiten weer zijn
dat
voor buren iets betekent, maar
wij
zijn alleen en onderweg is onze blik,
die
zich heeft afgewend van wandel,
naar
de spiegel toe.
Cf. Rembrandt:
'Zelfportret als de apostel Paulus' (1661)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten